wat gebeurt er allemaal achter de lens?
Iedereen kent wel de uitspraak: “een beeld zegt meer dan duizend woorden.” Beelden, en bij uitbreiding visuele elementen, zijn onmisbaar geworden in de huidige maatschappij. Dankzij platformen als Instagram en Pinterest drukken we ons meer dan ooit uit met beelden én is iedereen ‘een beetje’ fotograaf geworden.
Beelden helpen ons zodat we belangrijke momenten niet vergeten. Dit geldt op persoonlijk vlak, maar bij uitbreiding ook op universeel vlak. Zo zijn bepaalde beelden letterlijk in het collectieve geheugen opgeslagen. Iedereen kent wel de iconische beelden van Alfred Einstein die zijn tong uitsteekt, de opwippende rok van Marilyn Monroe, de Beatles op het zebrapad in Londen, de eerste foto op de maan, …
Ook bij Thinkedge besteden we veel tijd aan het maken van beelden die blijven plakken. Kleur, compositie, perspectief: het moet net als een puzzel perfect in elkaar passen. Onze designer & huisfotograaf Korneel kent er alles van. In dit blogartikel neemt hij je mee achter de schermen en geeft hij tips voor het perfecte plaatje. Wedden dat het klikt?
Let’s get technical.
Dankzij de huidige technologie en steeds nieuwe apparaten is het vrij gemakkelijk om mooie foto’s te maken. De kwaliteit van smartphone camera’s neemt steeds toe en met behulp van allerlei apps kan je jouw foto’s snel bewerken, rechtstreeks vanop je toestel.
Betekent dit dat iedereen zomaar aan de slag kan als professionele fotograaf? Uiteraard niet. Ik maak graag de volgende vergelijking. Je kan iemand die nog nooit heeft geracet met de beste Formule 1 bolide laten rijden en die persoon zal goed vooruit gaan. Het eindresultaat zal echter onzeker zijn. De bestuurder kan crashen of de controle verliezen. Bij fotografie is dit net hetzelfde. Je kan als amateur een enorm duur toestel kopen en scherpe foto’s nemen, maar zonder technische kennis zullen je foto’s net dat tikkeltje extra missen.
Je hebt vast wel al eens gehoord van de termen diafragma, ISO-waarden en sluitertijd. Maar weet je ook hoe je ze het best kan inzetten? Het diafragma of f-getal heeft te maken met de opening van de lens op het moment dat de foto wordt genomen. Je moet omgekeerd denken: hoe lager het f-getal (bv. 2,8), hoe groter de lensopening. Hoe groter het f-getal (bv. 32), hoe kleiner de lensopening. Met een kleine lensopening creëer je veel diepte in de foto. Dit zorgt ervoor dat de camera zal scherpstellen op het volledige beeld. Wil je liever focussen op een bepaald onderdeel van het beeld? Dan kan je werken met een grote lensopening. Eén voorwerp of plaats zal dan uitgelicht worden, terwijl de rest van het beeld wat flou is.
De sluitertijd verwijst ook naar de lens van de camera. Je raadt het misschien al: de sluitertijd is de tijd waarin de lens opengaat. Als de lens voor een lange tijd open gaat, komt er meer licht binnen. Dit heeft als gevolg dat je foto meer belicht zal zijn en dat bewegende elementen onscherp op beeld zullen staan. Een korte sluitertijd daarentegen ‘bevriest’ bewegende elementen. Mijn tip: leer de instellingen van je camera kennen door heel veel uit te proberen en te spelen met verschillende settings.
Naast diafragma en sluitertijd bestaat er ook zoiets als ISO-waarde. Dit is een waardeschaal van getallen, bv. 100 tot 20.000. Concreet: als je foto’s wilt nemen op een donkere plaats en je gebruikt liever geen flitslicht, dan kan je de ISO-waarde verhogen. Je camera zal dan kunstmatig het licht in de ruimte verhogen. Let wel op: hoe hoger je de ISO-waarde instelt, hoe meer ‘ruis’ er zich zal vormen op het beeld. Probeer hier dus altijd een goed evenwicht in te vinden. De nieuwste toestellen hebben trouwens vaak een automatische modus (die dit allemaal voor jou regelt), maar wat je zelf doet, doe je meestal ook beter! Investeer je in een professionele camera, dan wil je die natuurlijk vanbinnen en vanbuiten kennen. Toch?
De gouden regel van drie.
Heb je de instellingen onder de knie? Top! Dan kan je beginnen focussen op wat er voor je lens staat. Mensen, landschappen, voorwerpen, … het maakt eigenlijk niet uit wat je fotografeert. Veel mensen zijn geneigd om het onderwerp van de foto in het midden van het kader te plaatsen. Dat zorgt echter vaak voor saaie of voorspelbare foto’s. Daarom passen veel fotografen de ‘regel van drie’ toe.
Met de gouden regel van drie zorg je sowieso voor de ideale compositie. Ik illustreer dit graag met een voorbeeldje. Stel: je wilt een foto nemen van een weide. Dan heb je twee mogelijkheden. Is er een mooie hemel met veel witte wolken? Dan laat je die 2/3 van je foto innemen en de weide 1/3. Ziet de lucht er eerder saai en grijs uit? En staat de weide net mooi in bloei? Draai de verhoudingen dan om. Bij de regel van drie verdeel je het beeld in een raster met negen gelijke vlakken. Tip: zelfs op je smartphone is dit raster vaak aanwezig in je camera-instellingen. De bedoeling is dat het onderwerp van de foto op een van de snijpunten terechtkomt. Dit is een trucje om je foto interessanter te maken. Je manipuleert in feite de blik van de kijker.
Werk met een moodboard.
Zelf werk ik graag volgens het principe: bezint eer ge begint. Een moodboard staat je toe om eerst na te denken over een algemeen concept vooraleer je overgaat tot de concrete uitwerking. Bovendien kan je het ook gebruiken om de klant te overtuigen van een bepaald idee. Je deelt jouw creatief denkproces zodat anderen een idee krijgen van het eindresultaat of de stijl die jij voor ogen hebt. Handig, want je krijgt meteen gerichte feedback vooraleer je echt aan de slag gaat.
Zelf een moodboard opstellen? Dan geef ik graag nog enkele tips. Gebruikmaken van een moodboard is trouwens niet enkel nuttig voor fotografen, maar voor iedereen die bezig is met design, branding of development. Een moodboard is kort gezegd een middel dat helpt om een algemeen beeld te creëren waardoor zowel de maker als de klant weet in welke richting het eindproduct zal uitgaan.
- Focus niet op één element, maar laat verschillende kleuren, vormen & patronen terugkomen in je moodboard.
- Verzamel in het begin zoveel mogelijk beelden en elimineer daarna alles dat niet past binnen de sfeer of het concept dat je wilt creëren.
- Mik op 10 foto’s voor je definitieve moodboard.
- Wissel ingezoomde foto’s af met overzichtsfoto’s.
- Centreer (letterlijk) de belangrijkste elementen in je moodboard.
Schone schijn.
Ik had het al kort over het manipuleren van de kijker. Sommige bedrijven gaan daar nog een stapje verder in. Vooral in de voedingssector is dit geen uitzondering, want food fotografie is echt een vak apart. In reclamecampagnes is niets wat het lijkt! Zie je een campagne passeren met lekkere pannenkoeken of ijsjes in de hoofdrol? Dan is de kans groot dat er motorolie van de pannenkoeken druipt en dat de bolletjes ijs eigenlijk uit aardappelpuree bestaan. Vooral dat laatste gerecht is voor fotografen heel dankbaar om mee te werken: je kunt het ‘dresseren’ hoe je zelf wilt, het smelt niet en het heeft een vaste, maar toch smeuïge structuur.
Nog eentje om het af te leren: ook als je een campagnebeeld met een kommetje cornflakes in melk ziet, mag je ervan uitgaan dat de melk geen echte melk is. Die is immers vaak te waterachtig of te wit. Hoe lossen fotografen dit op? Met een dikke laag witte lijm op de bodem van het (lage) kommetje. Daarop worden vervolgens cornflakes uitgestrooid. De lijm is dik genoeg zodat de cornflakes er niet in wegzakken en de fotografen kunnen rustig hun gang gaan. Want ja, een goede fotograaf moet vooral veel geduld hebben!
Fotografie is een erg leuke hobby, waar ik toevallig ook (deels) mijn beroep heb van kunnen maken. Er is nog zoveel te vertellen over bv. de nabewerking of verschillende soorten fotografie (product, portret, food, …). Heb je zelf nood aan foto’s voor je bedrijf of aan leuke campagnebeelden? Dan ben je altijd welkom in onze (mobiele) fotostudio of komen we graag ter plaatse om de juiste beelden te schieten. En aan alle beginnende fotografen: veel succes en vooral veel plezier!
